amico
Italiaans
Uitspraak
- Geluid: amico (hulp, bestand)
- IPA: /aˈmiko/
Woordafbreking
- a·mi·co
Zelfstandig naamwoord
enkelvoud | meervoud |
---|---|
amico | amici |
amico m
Bijvoeglijk naamwoord
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
mannelijk | amico | amici |
vrouwelijk | amica | amiche |
amico m
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.