anakoloet

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  anakoloet    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ana·ko·loet
Woordherkomst en -opbouw
  • van Oudgrieks, in de betekenis van ‘niet-lopende zin’ aangetroffen vanaf 1847 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord anakoloet anakoloeten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deanakoloetv/m

  1. (taalkunde) een zin waarvan twee delen grammaticaal niet bij elkaar passen, waardoor de uiting onzinnig wordt
    • Het is door deze anakoloet, want het klopt niet. 

Gangbaarheid

  • Het woord anakoloet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
20 %van de Nederlanders;
16 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.