analecta

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  analecta    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ana·lec·ta
Woordherkomst en -opbouw

uit het Grieks

enkelvoud meervoud
naamwoord analecta
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deanalectamv

  1. verzameling uittreksels
Synoniemen

Gangbaarheid

28 %van de Nederlanders;
27 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.