anchois

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  anchois    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑ̃.ʃwa/
Woordafbreking
  • an·chois
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontleend aan het Oudprovençaalse anchoia, dat via het Volkslatijn afkomstig is van het Oudgriekse ἀφύη.
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  anchois     l'anchois     anchois     les anchois  

Zelfstandig naamwoord

anchois m

  1. (straalvinnigen) (voeding) ansjovis
    «Une salade d'anchois
    Een ansjovissalade.
    «Un baril, un flacon d'anchois
    Een tonnetje, een fles ansjovissen.
Afgeleide begrippen
  • anchoïade
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.