annunciatie

Niet te verwarren met: Annunciatie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  annunciatie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • an·nun·ci·a·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Latijn [1]
  • Naamwoord van handeling van annunciëren met het achtervoegsel -atie
enkelvoud meervoud
naamwoord annunciatie annunciaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deannunciatiev [2]

  1. aankondiging
     Haar geboorte in 1955 werd zoals bij alle groten der aarde voorafgegaan door een annunciatie:

    dag mevrouw pluis, riep toen de engel
    luister goed naar wat ik zeg
    u krijgt een lief klein wit konijntje
    toen vloog het engeltje weer weg.
    [3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord annunciatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
59 %van de Nederlanders;
63 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. annunciatie op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Weblink bron “Wat maakte Bruna's tekeningen zo bijzonder?” (17 februari 2017), Het Parool
  4. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.