anticipo

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • an·ti·ci·po
enkelvoud meervoud
anticipo anticipos

Zelfstandig naamwoord

anticipo m

  1. voorschot
Synoniemen

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    anticipar

    anticipo

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van anticipar
    Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.