apicaal

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apicaal    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • api·caal
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen apicaalapicalerapicaalst
verbogen apicaleapicalereapicaalste
partitief apicaalsapicalers-

Bijvoeglijk naamwoord

apicaal

  1. de punt, de kop, de kruin betreffende
Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord apicaal apicalen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deapicaalv/m

  1. (taalkunde) een foon (spraakgeluid) geproduceerd door de luchtstroom in de mond te belemmeren met het puntje van de tong
Antoniemen
  • [2] laminaal

Gangbaarheid

  • Het woord apicaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
22 %van de Nederlanders;
37 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.