apoloog

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  apoloog    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • apo·loog
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord apoloog apologen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deapoloogm

  1. anekdote met een moraal

Gangbaarheid

  • Het woord apoloog staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
53 %van de Nederlanders;
56 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.