appareil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appareil    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·pa·reil
Woordherkomst en -opbouw

uit het frans: apparaat (iets wat uit meerdere onderdelen bestaat)

enkelvoud meervoud
naamwoord appareil
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hetappareilo

  1. (kookkunst) mengsel van verschillende ingrediënten

Gangbaarheid

  • Het woord 'appareil' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  appareil    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  appareil     l'appareil     appareils     les appareils  

Zelfstandig naamwoord

appareil m

  1. apparaat
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.