appendage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appendage    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ap·pen·da·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appendage appendages
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

deappendagev/m

  1. (werktuigbouwkunde) elk van de kleine bijbehorende toestellen en onderdelen die dienen ter completering van een machine of een installatie
Hyponiemen
  • cilinderappendage, ketelappendage
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord appendage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
40 %van de Nederlanders;
26 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.