apple

Engels

Uitspraak
  • Geluid:  apple (US)    (hulp, bestand)
enkelvoud meervoud
apple apples

Zelfstandig naamwoord

apple

  1. (fruit) appel m; ronde eetbare vrucht met wit vruchtvlees en een rode, groene of gele schil; vrucht van de appelboom
  2. hout van de appelboom
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.