appongeluk

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  appongeluk    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • app·on·ge·luk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord appongeluk appongelukken
verkleinwoord appongelukje appongelukjes

Zelfstandig naamwoord

hetappongeluko

  1. een ongeluk waarbij een van de betrokkenen aan het appen was in het verkeer

Gangbaarheid

  • Het woord 'appongeluk' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.