arboretum

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arboretum    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·bo·re·tum
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘bomentuin’ voor het eerst aangetroffen in 1768 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord arboretum arboreta
arboretums
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetarboretumo [3]

  1. (wetenschappelijke) verzameling van aangeplante boomsoorten
Synoniemen
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord arboretum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
62 %van de Nederlanders;
77 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.