asfyxie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  asfyxie    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˌɑsfɪkˈsi/ (3 lettergrepen); /a.sfɪk.ˈsi/
Woordafbreking
  • as·fyxie
Woordherkomst en -opbouw
  • via modern Latijn asphyxia van Oudgrieks ἀσφυξία (asphuxía) "het stoppen van de hartslag", voor het eerst in het Nederlands aangetroffen in 1824 [1][2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord asfyxie
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deasfyxiev

  1. (medisch) zuurstofgebrek door verstikking
    • Ik moet mijn verbeelding onzinnig hard inspannen, en tien maal zo hard nog door deze wurgende greep van asfyxie, om erin te slagen mijn leed te denken. En als ik dit streven zo hardnekkig volhoud, deze drang om eens en voor al mijn staat van verstikking vast te leggen... [4]

Gangbaarheid

  • Het woord asfyxie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
68 %van de Nederlanders;
62 %van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.