assem

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  assem    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • as·sem
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Maleis
enkelvoud meervoud
naamwoord assem assems
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

deassemm

  1. Tamarindus indica , een tropische boom waarvan de vruchten in verschillende producten verwerkt worden
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord assem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
15 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.