assistente

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  assistente    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑsisˈtɛntə/ (4 lettergrepen); /ɑsɪsˈtɛntə/
Woordafbreking
  • as·sis·ten·te
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord assistente assistentes
verkleinwoord assistentetje assistentetjes

Zelfstandig naamwoord

deassistentev

  1. vrouwelijk persoon die ondersteunend werk doet
    • Ik verbind u daarvoor door met de assistente. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord assistente staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.