attaquer

Frans

Uitspraak
  • Geluid:  attaquer    (hulp, bestand)
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
attaquer
attaquais
attaqué
eerste groep volledig

Werkwoord

attaquer

  1. aanvallen
  2. (spreektaal) (figuurlijk) aanvallen, beginnen met eten
    «Alors, on attaque
    Zullen we aanvallen? [1]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.