autocrossen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  autocrossen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • au·to·cros·sen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
autocrossen
autocroste
geautocrost
zwak -t volledig

Werkwoord

autocrossen

  1. inergatief (sport) met een auto crossen, aan autocross meedoen
Afgeleide begrippen
  • autocrosster

Zelfstandig naamwoord

deautocrossenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord autocross

Gangbaarheid

  • Het woord autocrossen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.