avhør
Noors
Uitspraak
- Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
- IPA: /ˈɑːʋhøːɾ/
Woordafbreking
- av·hør
Naar frequentie | 9689 |
---|
enkelvoud | meervoud | |||
---|---|---|---|---|
onbepaald | bepaald | onbepaald | bepaald | |
nominatief | avhør | avhøret | avhør | avhøra avhørene |
genitief | avhørs | avhørets | avhørs | avhøras avhørenes |
Zelfstandig naamwoord
avhør, m / v
Synoniemen
- [1-2]: forhør
- [1-2]: Nynorsk: avhøyr
Zelfstandig naamwoord
avhør, mv
- onbepaalde vorm nominatief meervoud van avhør
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.