ayuda

Spaans

Uitspraak
  • IPA: /aˈjuda/
Woordafbreking
  • a·yu·da
enkelvoud meervoud
ayuda ayudas

Zelfstandig naamwoord

ayuda v

  1. hulp, bijstand
  2. helper
Synoniemen

Werkwoord

vervoeging van
ayudar

ayuda

  1. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ayudar
  2. gebiedende wijs (bevestigend) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van ayudar
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.