bijstand

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijstand    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bij·stand
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijstand -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debijstandm

  1. in algemene zin: geboden hulp, ondersteuning
    • Met bijstand van het buurland wist men de vijand het hoofd te bieden. 
  2. (economie) (regering) een van staatswege geboden basisuitkering aan iemand die geen inkomen heeft
    • Hij moet van de bijstand zien rond te komen. 
Hyponiemen
  • gezinsbijstand, jeugdbijstand, leenbijstand, politiebijstand, rechtsbijstand, reisbijstand, woningbijstand
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bijstand staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.