bærer

Noors

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbæːɾəɾ /
Woordafbreking
  • bæ·rer
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van het Noorse werkwoord bære met het achtervoegsel -er.
Naar frequentie 1582

Werkwoord

bærer

  1. tegenwoordige tijd van bære
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   bærer     bæreren     bærere     bærerne  
genitief   bærers     bærerens     bæreres     bærernes  

Zelfstandig naamwoord

bærer, m

  1. (beroep) drager (mannelijke vorm)
  2. (beroep) draagster (vrouwelijk vorm)
  3. (medisch) een overbrenger van een ziekte, vector
  4. (figuurlijk) een drager of overbrenger van tradities
  5. (techniek) drager (een toestel, dat iets kan dragen, zoals een bagagedrager)
  6. (plantkunde) een onderdeel van een bloem, dat het meel dragt (meeldraad)
Afgeleide begrippen
  • [3]: smittebærer
  • [5]: bagasjebærer
  • [6]: støvbærer


Nynorsk

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈbæːɾəɾ /
Woordafbreking
  • bæ·rer

Werkwoord

bærer

  1. tegenwoordige tijd van bære

Zelfstandig naamwoord

bærer, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van bære
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.