baadje

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baadje    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • baad·je
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord baadje baadjes
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

hetbaadjeo dim. tant. [2]

  1. (kleding) Indisch kledingstuk (dat in het Maleis en Javaans badjoe heet)
  2. (kleding) kledingstuk van zeelieden
Hyponiemen
  • bovenbaadje, onderbaadje
Uitdrukkingen en gezegden
  • op zijn baadje krijgen
een pak slaag krijgen

Gangbaarheid

  • Het woord baadje staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
42 %van de Nederlanders;
45 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.