baaierd
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: baaierd (hulp, bestand)
- IPA: /ˈbajərt/
Woordafbreking
- baai·erd
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘chaos’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1605 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | baaierd | baaierds |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de baaierd m
- ongevormde massa voor de schepping, waaruit de geordende aarde ontstaan is
- verwarring, warboel, woelige massa
- Er brak brand uit en het huis veranderde in een baaierd van vlammen.
- Op de spiegel van de Blauwe Wierenzee zat, als een uit de baaierd van het water overgebleven restant, een vreemd wezen.[2]
- doorgangsgevangenis
Synoniemen
Gangbaarheid
- Het woord baaierd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baaierd" herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
26 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ "baaierd" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Herzen, FrankDe zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 55
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Afrikaans
Zelfstandig naamwoord
baaierd
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.