baantjerijden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baantjerijden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • baan·tje·rij·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
baantjerijden


onvolledig

Werkwoord

baantjerijden [1]

  1. (sport) op de ijsbaan heen en weer rijden

Gangbaarheid

  • Het woord baantjerijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.