baboe

Niet te verwarren met: bamboe

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baboe    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·boe
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Indonesisch, in de betekenis van ‘kindermeisje’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1859 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord baboe baboes
verkleinwoord baboetje baboetjes

Zelfstandig naamwoord

debaboev

  1. (beroep) een Indische of Indonesische vrouwelijke kinderoppas of bediende
    • Zij schold op de baboe, zij duwde de kinderen weg, zij brak een waaier... [2] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord baboe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
54 %van de Nederlanders;
26 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.