bagatelle

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bagatelle    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·ga·tel·le
Woordherkomst en -opbouw
  • Via het Franse bagatelle en het Italiaanse bagattella van het Latijnse baca (bes).
enkelvoud meervoud
naamwoord bagatelle bagatellen, bagatelles
verkleinwoord bagatelletje bagatelletjes

Zelfstandig naamwoord

debagatellev/m

  1. een klein en licht muziekstuk
    • Een bagatelle uit opus 126 van Beethoven. 
  2. een kleinigheid, bagatel
    • Ruzie over slechts een bagatelle. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bagatelle staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
60 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.