bakenen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakenen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·ke·nen
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van baken met het achtervoegsel -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bakenen
bakende
gebakend
zwak -d volledig

Werkwoord

bakenen [1]

  1. overgankelijk met bakens omgeven
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bakenen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.