balanspositie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  balanspositie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·lans·po·si·tie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord balanspositie balansposities
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debalanspositiev

  1. (boekhouding) de financiële reserve die een onderneming heeft; het totaal van de bezittingen verminderd met het totaal aan schulden

Gangbaarheid

  • Het woord balanspositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Meer informatie

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.