bami

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bami    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ba·mi
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Chinees of Maleis, in de betekenis van ‘Chinees gerecht’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1897 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bami -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debamim

  1. (voeding) Oost-Aziatische noedels op basis van tarwe
    • In Nederland wordt met bami ook vaak bami goreng bedoeld. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bami staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.