barkas

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  barkas    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • bar·kas
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘zwaarste sloep’ voor het eerst aangetroffen in 1718 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord barkas barkassen
verkleinwoord barkasje barkasjes

Zelfstandig naamwoord

debarkasv/m [3]

  1. (scheepvaart) grootste (reddings)sloep aan boord van een schip
Afgeleide begrippen
  • barkasroeier
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord barkas staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
40 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.