baseline

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baseline    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbeslajn/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • base·line
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord baseline baselines
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debaselinem

  1. een van de twee achterlijnen van een tennisveld
    • Bertens wist het van tevoren. Als Stephens ze ‘goed raakt’, is er soms weinig tegen te beginnen. De Amerikaanse speelt zo gemakkelijk vanuit het achterveld, met harde klappen tegen de baseline aan, dat je al snel het gevoel krijgt van het kastje naar de muur te worden gestuurd. [1] 
    • Bertens (27) begon al op oudejaarsdag aan het tennisjaar 2019. Ver van huis, aan de Australische oostkust, kende ze een vliegende start. Mertens, toch de nummer 12 van de wereld, had in de eerste set niets te vertellen tegen de als zesde geplaatste Wateringse. Met rake klappen vanaf de baseline trok Bertens de set in rap tempo naar zich toe. [2] 
  2. achterlijn van een basketbalveld

Gangbaarheid

  • Het woord baseline staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
73 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.