beden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beden    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·den

Zelfstandig naamwoord

debedenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord bede
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord beden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Middelengels

Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Angelsaksische bēodan

Werkwoord

beden

  1. bieden, aanbieden
  2. verkondigen
  3. gebieden
Schrijfwijzen
Overerving en ontlening

Zelfstandig naamwoord

beden

  1. meervoud van bede


Middelnederduits

Uitspraak
  • IPA: /beːðən/
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het Oudsaksische biodan

Werkwoord

beden

  1. bieden, aanbieden
Schrijfwijzen
  • beːðən
Overerving en ontlening


Nedersaksisch

Uitspraak
  • [A] IPA: /bɛɪ̯dⁿn̩/
  • [B] IPA: /biɛ̯dⁿn̩/, /ˈbeːdⁿn̩/, /bɛːdⁿn̩/, /bɛɪ̯dⁿn̩/
Woordherkomst en -opbouw
  • [A] Afgeleid van het Oudsaksische biodan, via het Middelnederduitse beden / bêden

Werkwoord

beden [A]

  1. bieden, aanbieden

Werkwoord

beden [B]

  1. bidden
Schrijfwijzen
  • bäden
  • biäden


Riograndenser Hunsrückisch

Werkwoord

beden

  1. bidden


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɛdɛn/
Woordafbreking
  • be·den

Zelfstandig naamwoord

beden

  1. genitief meervoud van bedna
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.