bedlegerig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedlegerig    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɛdleɣərəɣ/
Woordafbreking
  • bed·le·ge·rig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het verouderde bedleger met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bedlegerigbedlegerigerbedlegerigst
verbogen bedlegerigebedlegerigerebedlegerigste
partitief bedlegerigsbedlegerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

bedlegerig

  1. niet in staat uit bed te komen
    • Deze man is bedlegerig. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedlegerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
95 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.