bedoeïen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bedoeïen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·doe·ïen
Woordherkomst en -opbouw
  • nomadische woestijnbewoner [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord bedoeïen bedoeïenen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debedoeïenm

  1. nomadische arabier
    • Tegelijk met het bouwen van nieuwe nederzettingen maakt de Israëlische regering werk van het slopen van huizen van Palestijnen, zowel in Israël zelf als op de Westelijke Jordaanoever. Zo legden Israëlische bulldozers vorige week het Bedoeïenendorp Umm al-Hiran in Zuid-Israël plat, om plaats te maken voor het joods stadje Hiran. Bij protesten tegen de ontruiming kwamen een Bedoeïen en een Israëlische politieagent om het leven.[2] 
Hyperoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bedoeïen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
56 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. bedoeïen op website: Etymologiebank.nl
  2. NRC Derk Walters 24 januari 2017
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.