begaanbaarheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  begaanbaarheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈɣambarˌhɛit/ (4 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·gaan·baar·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord begaanbaarheid -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debegaanbaarheidv

  1. terreingesteldheid die bepaalt hoe moeilijk een route is af te leggen
     Ja, hij weet dat Nederlanders graag klagen over de begaanbaarheid van wegen bij slecht weer.[2]
Antoniemen
  • onbegaanbaarheid

Gangbaarheid

  • Het woord begaanbaarheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Weblink bron
    Elsje Jorritsma
    “Strooien helpt. Uitkijken ook.” (29 december 2014) op nrc.nl
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.