beginner

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beginner    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·gin·ner
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord beginner beginners
verkleinwoord beginnertje beginnertjes

Zelfstandig naamwoord

debeginnerm

  1. iemand die nog maar net iets gaan beoefenen
    • Hij schreef een bridgecursus voor beginners. 
Synoniemen
Vertalingen


Gangbaarheid

  • Het woord beginner staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.