bejaard

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bejaard    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈjart/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·jaard
Woordherkomst en -opbouw
  • pseudodeelwoord afgeleid van  jaar zn  met het omvoegsel be- -d; in de betekenis van ‘oud’ voor het eerst aangetroffen in 1734 [1][2]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bejaardbejaarderbejaardst
verbogen bejaardebejaarderebejaardste
partitief bejaardsbejaarders-

Bijvoeglijk naamwoord

bejaard

  1. op een voortgeschreden leeftijd, eufemisme voor oud
    • Het bejaarde echtpaar was aangenaam verrast door de onverwachte uitnodiging. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bejaard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.