vieux

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  vieux    (hulp, bestand)
  • IPA: /vjø/ (1 lettergreep)
Woordafbreking
  • vi·eux
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘Hollandse cognac’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord vieux vieuxs
verkleinwoord vieuxtje vieuxtjes

Zelfstandig naamwoord

devieuxm

  1. (drinken) Nederlandse namaakcognac

Gangbaarheid

  • Het woord vieux staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
81 %van de Nederlanders;
49 %van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  •  vieux    (hulp, bestand)
  • IPA: /vjø/
Woordherkomst en -opbouw
  • Ontwikkeld uit Oudfrans velz, uit Latijn vetulus, verkleinvorm van vetus "oud" [1]
  enkelvoud meervoud
  mannelijk   vieux/vieil vieux
  vrouwelijk   vieille vieilles

Bijvoeglijk naamwoord

vieux m of m meervoud

  1. oud
  2. bejaard
Uitdrukkingen en gezegden

Zelfstandig naamwoord

vieux m enk

  1. (spreektaal) ouwe heer, vader
    «Mon vieux est complètement à côté de la plaque.»
    Mijn ouwe vader slaat de plank volledig mis.[2]

vieux m mv

  1. (spreektaal) ouders, ouwelui
    «Je viens de recevoir un coup d’fil de mes vieux
    Ik heb net een telefoontje van mijn ouwelui gekregen.[2]
Synoniemen

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.