bejaarde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bejaarde    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈjardə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·jaar·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bejaard met het achtervoegsel -e

Bijvoeglijk naamwoord

bejaarde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bejaard
enkelvoud meervoud
naamwoord bejaarde bejaarden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

debejaardev/m

  1. iemand op hoge leeftijd (>65 jaar)
    • Hoeveel mag een bejaarde aan spaargeld hebben zonder een eigen bijdrage te betalen aan het verzorgingshuis?[1] 
Synoniemen
  • 65-plusser
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bejaarde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.