bejubelen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bejubelen    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ju·be·len
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bejubelen
bejubelde
bejubeld
zwak -d volledig

Werkwoord

bejubelen

  1. overgankelijk iets of iemand uitgebreid prijzen
    • Eers werd hij bejubeld, daarna werd hij verguisd. 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bejubelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.