belangeloos

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  belangeloos    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈlɑŋəlos/
Woordafbreking
  • be·lan·ge·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen belangeloosbelangelozerbelangeloost
verbogen belangelozebelangelozerebelangelooste
partitief belangeloosbelangelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

belangeloos

  1. zonder geldelijke belangen, onbaatzuchtig
    • Hij levert een belangeloze bijdrage aan het wikiwoordenboek. 
  2. uit liefdadigheid
    • Zij werkt volkomen belangeloos mee aan de kledinginzameling voor vluchtelingen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord belangeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.