beleefd

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beleefd    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈleft/ (2 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·leefd
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen beleefdbeleefderbeleefdst
verbogen beleefdebeleefderebeleefdste
partitief beleefdsbeleefders-

Bijvoeglijk naamwoord

beleefd

  1. van goede omgangsvormen getuigend, fatsoenlijk
    • Zijn weigering was beleefd maar ook beslist. 
    • Het beleefde meisje sprak altijd met twee woorden. 
     Ik was te moe om uitgebreid verslag te doen en gaf alleen beleefd antwoord op de vragen die de vriendelijke agent stelde.[4]
     Daarna volgde er bewonderend gemurmel dat meer dan alleen beleefde noodzaak was.[5]
Gelijkklinkende woorden
Antoniemen
Hyponiemen
Vertalingen

Bijwoord

beleefd

  1. op beleefde wijze
    • Hij groette beleefd. 

Werkwoord

vervoeging van: beleven…
verbogen vorm: beleefde

beleefd

  1. voltooid deelwoord van beleven

Gangbaarheid

  • Het woord beleefd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.