beminde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  beminde    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈmɪndə/
Woordafbreking
  • be·min·de
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bemind met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord beminde beminden
verkleinwoord bemindetje bemindetjes

Zelfstandig naamwoord

debemindev/m

  1. (formeel) geliefde
    • Jij was altijd al mijn beminde. 
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
beminnen

beminde

  1. enkelvoud verleden tijd van beminnen
    • Ik beminde. 
    • Jij beminde. 
    • Hij, zij, het beminde. 
  2. verbogen vorm van bemind, voltooid deelwoord van beminnen

Bijvoeglijk naamwoord

beminde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van bemind

Gangbaarheid

  • Het woord beminde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.