bemoeilijken

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bemoeilijken    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈmujləkə(n)/ (4 lettergrepen)
    • (Noord-Nederland): /bəmujləkə(n)/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bəmujləkən/
Woordafbreking
  • be·moei·lij·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van moeilijk met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bemoeilijken
bemoeilijkte
bemoeilijkt
zwak -t volledig

Werkwoord

bemoeilijken

  1. overgankelijk moeilijker maken
    • De tocht werd bemoeilijkt door het slechte weer. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bemoeilijken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.