bemoeiziek
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: bemoeiziek (hulp, bestand)
Woordafbreking
- be·moei·ziek
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bemoei ww en ziek
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | bemoeiziek | bemoeizieker | bemoeiziekst |
| verbogen | bemoeizieke | bemoeiziekere | bemoeiziekste |
| partitief | bemoeizieks | bemoeiziekers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
bemoeiziek
- bemoeizuchtig
- ▸ Ik wil niet dat jullie mij bemoeiziek vinden, ging Dorien verder.[1]
Verwante begrippen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord bemoeiziek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bemoeiziek" herkend door:
| 96 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “All-inclusive” (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht , ISBN 90-229-9182-2
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.