bemoeizuchtig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bemoeizuchtig    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·moei·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bemoeizuchtigbemoeizuchtigerbemoeizuchtigst
verbogen bemoeizuchtigebemoeizuchtigerebemoeizuchtigste
partitief bemoeizuchtigsbemoeizuchtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

bemoeizuchtig

  1. (psychologie) tot vervelens toe geneigd zich te bemoeien met andermans zaken
    • Een bemoeizuchtig persoon. 
     Nee, ik zal wel de rol spelen van de bemoeizuchtige Vrouwe Desdea.[1]
     Ik zie aan haar ogen wat ze denkt, ze heeft helemaal geen zin in de bemoeizuchtige Andrea die enthousiast met de oxymeter komt aanzetten.[2]
Afgeleide begrippen
  • bemoeizuchtigheid
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bemoeizuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. “Lyonesse: De tuin van Suldrin” (1984), Uitgeverij Meulenhoff , ISBN 9029015152
  2. Arlen Hoebergen
    “Gemaakt om te lopen” (2014), Elmar (uitgeverij), ISBN 9789038927404
  3. Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.