benaming

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benaming    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·na·ming
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van naam met het voorvoegsel be- en met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord benaming benamingen
verkleinwoord benaminkje benaminkjes

Zelfstandig naamwoord

debenamingv

  1. een naam die aan iets of iemand gegeven wordt
    • Deze benaming is niet erg goed gekozen. 
     Ook zal je onderbewustzijn jou op een gegeven moment andere benamingen voor ‘ongevallen’ influisteren.[1]
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord benaming staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.