benauwde

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benauwde    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈnɑudə/ (3 lettergrepen)
Woordafbreking
  • be·nauw·de
Woordherkomst en -opbouw
  • bn:  benauwd bn  met de uitgang -e
  • ww:  benauw ww  met de uitgang -de

Bijvoeglijk naamwoord

benauwde

  1. verbogen vorm van de stellende trap van benauwd
Spreekwoorden

Werkwoord

vervoeging van
benauwen

benauwde

  1. enkelvoud verleden tijd van benauwen
    • Ik benauwde. 
    • Jij benauwde. 
    • Hij, zij, het benauwde. 
     De drukte die er heerste op de verkeersader die naar het hart van de domstad leidde, benauwde haar.[1]
  2. verbogen vorm van benauwd, voltooid deelwoord van benauwen

Gangbaarheid

  • Het woord benauwde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.