benedictie

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  benedictie    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • be·ne·dic·tie
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘zegening’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1236 [1] [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord benedictie benedicties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

debenedictiev

  1. (religie) dankgebed
    • Vanaf de tweede inauguratie van president Franklin D. Roosevelt in 1937 zijn er ten minste twee gebeden in de officiële ceremonie opgenomen. Ze worden niet in de kerk maar in de vergadering van het Congres, waar de beëdiging plaatsheeft, uitgesproken. Voorafgaand aan het inzweren van de president wordt het openingsgebed, de invocatie, uitgesproken en na afloop het slotgebed, de benedictie genoemd. [4] 
  2. (religie) zegen uitgesproken door een rooms-katholieke priester
    • Wanneer echter het kind in dootsgevaar is, doopt men het eerder, uit vreeze, zeggen zy, dat het niet buiten het licht sterve. De Priester nadert tot het portaal van de Kerk, om het kind aan te neemen, en het den zegen of de Benedictie te geven gelyk eertyds St. Simeon aan Jezus Christus deedt. [5] 
Antoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord benedictie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
78 %van de Nederlanders;
68 %van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen

Dit artikel is uitgegeven door Wiktionary. De tekst is vrijgegeven onder de licentie Creative Commons - Naamsvermelding - Gelijk delen. Voor de mediabestanden kunnen aanvullende voorwaarden gelden.